Waarom de klassieke toezichtlogica niet langer volstaat in een veranderende wereld
Nederland kent sterke instituties, van onafhankelijke toezichthouders tot goed georganiseerde raden van commissarissen. Toch groeit steeds meer het besef dat de huidige manier van toezicht houden niet altijd meer past bij de maatschappelijke realiteit. Recente crises – van de toeslagenaffaire, waarbij de grondslagen van de rechtsstaat werden geschonden, tot reputatieschade door ondoorzichtige algoritmische besluitvorming bij bedrijven – hebben blootgelegd dat toezicht niet alleen een kwestie is van regels naleven, maar ook van maatschappelijke legitimiteit, ethiek en adaptief vermogen.
De kernvraag dringt zich op: is toezicht in Nederland afgestemd op de veranderende tijdgeest? Of werken we – ondanks alle goede intenties – nog te veel met een bril die beter paste bij de stabiliteit en voorspelbaarheid van de vorige decennia?
Een veranderende samenleving: van vertrouwen naar onzekerheid
De samenleving verandert in golven, dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Gent. Op basis daarvan werd door Fresh Forward een model ontwikkeld. Dat model legt bloot dat periodes van zelfvertrouwen afwisselen met periodes van onzekerheid en angst en die golven duren steeds ongeveer 50 jaar. Niels Hansen, tijdgeest expert bij Fresh Forward: “Op dit moment bevinden we ons op de top van zo’n golf en dat betekent dat de wereld die voor ons ligt significant andere kenmerken krijgt dan de wereld die we kenden sinds begin jaren ’90”.
De komende jaren verandert er veel, dus ook de manier waarop mensen betekenis geven aan gezag en verantwoordelijkheid. Omdat vertrouwen steeds meer onder druk staat, moet legitimiteit telkens opnieuw verdiend worden. Voor toezichthouders betekent dit dat hun rol niet louter procedureel of juridisch is, maar steeds meer maatschappelijk. Het publiek kijkt verder dan de vraag of regels zijn gevolgd: men vraagt zich af of het toezicht bijdraagt aan rechtvaardigheid, de menselijke maat en
publieke waarde.
Toch zijn veel toezichtmodellen nog gestoeld op de logica van het vorige tijdvak; een tijdperk waarin stabiliteit en voorspelbaarheid dominant waren. Daarin lag de nadruk op risicobeheersing, compliance en lineaire verantwoordingslijnen. In de huidige samenleving werkt dat niet meer vanzelfsprekend. Toezichthouders zullen gevoeliger moeten worden voor maatschappelijke signalen, kritischer op aannames uit het verleden en actiever in het betrekken van externe perspectieven.
Technologie: de toezichthouder en het algoritme
Digitalisering en kunstmatige intelligentie veranderen het speelveld fundamenteel. Ze beïnvloeden niet alleen bedrijfsmodellen en processen, maar ook mensbeelden, democratische besluitvorming en ethische verhoudingen. Toezicht moet zich daartoe op de juiste manier verhouden. Niet alleen achteraf, maar juist proactief. De uitdaging is dubbel. Enerzijds moeten toezichthouders voldoende bagage hebben om te snappen wat de impact van AI en technologie is op mens en maatschappij, zodat ze de juiste vragen stellen over bijvoorbeeld algoritmes, innovatieprojecten en data-ethiek.
Anderzijds moeten zij voorkomen dat ze zelf vervallen in een instrumentele, data-gedreven logica die menselijke waarden juist uit het oog verliest.
De toeslagenaffaire maakte pijnlijk duidelijk wat er gebeurt als toezicht blind vertrouwt op technologische systemen zonder de onderliggende aannames en effecten kritisch te bevragen. Het risico bestaat dat AI en data het toezicht zelf ondoorzichtig maken: wie controleert de beslissingen van het algoritme? Hoe waarborgen we uitlegbaarheid en herstelmogelijkheden? De toezichthouder van de toekomst moet dus niet alleen kennis opdoen van technologie, maar vooral ook een moreel menselijk kompas blijven hanteren.
Oude veranderlogica, nieuwe realiteit
Veel organisaties herkennen de noodzaak tot verandering, maar worstelen met de uitvoering. Dat komt niet zelden doordat zij oude veranderlogica toepassen op nieuwe opgaven. Denk aan topdown planningen, lineaire implementatieplannen en de veronderstelling dat verandering vooral structuur- en procesgericht is. In werkelijkheid blijken juist motivatie, cultuur en context bepalend voor succesvolle transformatie. En daar wringt het: toezichthouders worden vaak geconfronteerd met
formeel sluitende veranderplannen, terwijl de praktijk op de werkvloer stagneert. Het risico van ‘schijnverandering’ ligt op de loer: het lijkt alsof de organisatie in beweging is, maar onder de oppervlakte blijven oude patronen dominant.
Toezichthouders moeten daarom leren doorvragen. Hier ligt een nieuwe rol voor toezicht als spiegel en klankbord: niet controleren wat vooraf is afgesproken, maar toetsen of de beweging ook daadwerkelijk plaatsvindt. Jempi Moens, psycholoog, innovatiestrateeg en oprichter van Fresh Forward, stelt: “Gedrag laat zich niet managen met spreadsheets. Leiderschap, verlangen en zingeving zijn minstens zo belangrijk als KPI’s en structuren. En juist daar kunnen toezichthouders het verschil maken: door aandacht te hebben voor het onderliggende verhaal, niet alleen de formele
voortgang”.
De noodzaak van een nieuwe mindset
Wat vraagt dit alles van de toezichthouder anno nu? Allereerst: een andere mindset. In plaats van alleen risicobeheer en compliance, moet er nog meer ruimte komen voor lerend vermogen, maatschappelijke reflectie en moreel leiderschap. De toezichthouder als kritische vriend, als challenger en als hoeder van langetermijnwaarde. Toezicht krijgt zo een bredere invulling: van handhaven naar verbinden, van achteraf toetsen naar samen betekenis geven aan de koers.
Assistant Professor Rogier Deumes van UMIO onderschrijft dit: “Ook in onze opleidingen zien we dat toezichthouders en bestuurders steeds vaker vragen stellen over hun veranderende rol. De behoefte aan herijking van de wijze van toezicht houden groeit door de maatschappelijke veranderingen die mensen dagelijks ervaren.”
Tegelijkertijd vraagt dit om bescheidenheid en voortdurende bijscholing. De thema’s waar toezichthouders vandaag mee te maken krijgen – zoals duurzaamheid en CSRD, AI en technologie, sociale veiligheid en generatiedynamiek – zijn complex en onderling verweven. Niemand heeft de volledige waarheid in pacht. Samenwerking, diversiteit van perspectieven en het actief ophalen van externe signalen worden randvoorwaardelijk.
Sommige toezichthouders experimenteren al met deze nieuwe rol. Ze nemen zelf steeds vaker deel aan publieke debatten over maatschappelijke thema’s, betrekken jongere generaties bij strategische keuzes, of laten zich coachen op technologische en ethische vraagstukken. De samenwerking tussen toekomstverkenners (zoals Fresh Forward) en academische leiders (zoals UMIO) toont hoe publiekprivate denkkracht kan bijdragen aan dit nieuwe toezichtdenken.
Een nieuwe generatie toezicht is onvermijdelijk
De tijd dat toezicht kon volstaan met controleren of alle vinkjes zijn gezet, ligt achter ons. De huidige maatschappij eist transparantie, ethisch handelen en een proactieve houding. Dit vraagt van toezichthouders een fundamentele verschuiving: van risicobeheerser naar strategisch partner en moreel challenger. Zij moeten niet langer alleen naar de letter van de wet kijken, maar vooral naar de geest van de organisatie en de impact op de samenleving. De transformatie van toezicht is geen
vrijblijvende keuze, maar een randvoorwaarde voor het behoud van vertrouwen en legitimiteit. Toezicht zoals we dat kenden volstaat niet meer. Wie die realiteit onder ogen ziet, kan een nieuwe generatie toezicht helpen vormgeven: mensgericht, toekomstbestendig en maatschappelijk verankerd.”